Nancy Dekens in Panorama (4): groene vingers (hennep)

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 17 juni gaat het over groene vingers (hennep) en het afpakken van crimineel vermogen.

Laat ik een misverstand uit de weg helpen, voor zover dat nodig is. Als u denkt dat heel veel verdachten hun straf ontspringen, zit u er naast. Verreweg de meeste strafzaken eindigen in een veroordeling. Omdat het bewijs tegen een verdachte er nou eenmaal is. 

Natuurlijk word ter ook weleens iemand vrijgesproken. Omdat het bewijs rammelt. Of omdat de rechter niet overtuigd is dat degene die terecht staat schuldig is. Dan moet de rechter vrijspreken. 

Aangetroffen hennep (kwekerijen), lopen nogal eens uit in vrijspraken. Om uiteenlopende redenen. Wat voorbeelden uit mijn praktijk:

Het blikje van Frank

Frank zou een kwekerij in een door hem gehuurde bedrijfsruimte hebben gehad. 

Het leek vrij hopeloos. Er was een huurcontract op zijn naam en er was DNA van hem op een blikje frisdrank aangetroffen in de ruimte met de net geoogste planten. Dat laatste was behoorlijk belastend voor Frank.  

Maar Frank zei mij dat hij echt niets te maken had met die kwekerij. Die ruimte had hij  gehuurd, om er een bitcoinbedrijf te vestigen. Omdat er geen voorziening voor het aansluiten van internet aanwezig bleek, had Frank niets aan die ruimte. Daar was behoorlijk wat trammelant over geweest tussen Frank en de verhuurder. Frank zei dat hij niet meer in dat pand was geweest. 

Ik had om eerlijk te zijn enige moeite met het geloven van dit verhaal. Maar ik ging er mee aan de slag. 

De oogst: hennep

De politie ging ervan uit dat er één oogst was geweest. Voor het bereiken van een oogst is gemiddeld 12 weken nodig. Frank kon aantonen door zijn inschrijven bij de Kamer van Koophandel, dat hij eigenaar was van een bitcoinbedrijf. En dat er problemen waren met het aansluiten van internet in de bedrijfsruimte. Die problemen waren er eerder dan 12 weken terug te rekenen vanaf het ontdekken van de hennep kwekerij. Het blikje met daarop zijn DNA had hij heel goed in die periode daar achter hebben gelaten. 

Er was naast het huurcontract op naam van Frank en het DNA op het blikje niets anders aangetroffen door de politie dat op zijn betrokkenheid bij de hennep teelt wees. Dat was ook helemaal niet verder onderzocht. 

Tijdens het politieverhoor heeft Frank gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. Op de zitting heeft hij een verklaring afgelegd. Beiden op mijn advies. Door het afleggen van die verklaring wierp hij een “alternatief scenario” op. Onderbouwd met stukken, van de Kamer van Koophandel en van het gedoe met de internetprovider. De officier pruttelde wat dat Frank dit verhaal bij de politie meteen op tafel had moeten gooien en dat had hij niet gedaan. Hij moest gewoon veroordeeld worden. Op zo’n moment ga je als advocaat toch een beetje twijfelen aan je eerste advies om te zwijgen. Maar gelukkig, de politierechter was het met mij eens dat er onvoldoende bewijs was dat Frank betrokken was bij de kwekerij. Hij werd vrijgesproken. Frank had overigens wel een strafblad, maar niet voor dit soort feiten. 

Het kopje van Nick

Dat lag heel anders bij een andere klant van mij, Nick. Er prijken bij hem een aantal drugsdelicten en flink wat andere veroordelingen op zijn strafblad. Hij moest ook voorkomen voor betrokkenheid bij een hennep plantage. In een woning. De politie had in deze kweekruimte een koffiekopje aangetroffen met daarop DNA van Nick. Hij was daar ook in de buurt gezien. En zijn telefoon had zendmasten daar in de buurt aangestraald. Nick werd opgepakt. Nick zweeg. En is dat blijven doen, ook op de zitting. Op mijn advies. Het meest belastend in deze strafzaak was het DNA op het koffiekopje. Een koffiekopje is een zogenaamd “verplaatsbaar object”. Zonder DNA sporen of vingerafdrukken op bijvoorbeeld een deurpost of een raam, kan niet worden vastgesteld dat degene van wie DNA is aangetroffen dat DNA in die ruimte zelf heeft achtergelaten. Het koffiekopje met daarop het DNA van Nick kan daar net zo goed door iemand anders zijn achtergelaten. Ook deze zaak leidde tot een vrijspraak. 

De neus van Hans

Tot slot de zaak van Hans. Hans is een van de oudste klanten in mijn praktijk. Met een strafblad vol met fraudezaken. Het gaat meestal om gesjoemel met BV’s en aangiftes bij de fiscus die niet in de haak lijken te zijn. Geen drugs. Daar wil hij helemaal niets van weten, zegt hij. 

Hans wordt samen met een medeverdachte vervolgd voor het exploiteren van een hele grote hennep kwekerij, uitgesplitst in een aantal ruimtes in een groot bedrijfspand. Het gaat om aparte afgesloten delen in het pand vol met planten in verschillende groeistadia. Die op verschillende momenten geoogst moeten worden. De politie heeft bewijs dat deze kwekerij gedurende jaren actief is geweest. Dit is best een vervelende verdenking. Hans vindt het verschrikkelijk om met drugs in verband te worden gebracht. Hij verklaart dat hij alleen een stichting heeft opgericht voor zijn medeverdachte. Die stichting heeft hij een paar maanden als bestuurder op zijn naam gehad. Het was niet meer en niet minder dan een “papieren constructie”. Het vestigingsadres van de stichting was… u raadt het al… het pand waar die ruimtes met planten in zijn aangetroffen. En in dat pand is Hans in die periode wel een paar keer geweest. Dat staat vast. Ook dat hij daar was in de periode dat er vermoedelijk al werd gekweekt. Hans zegt dat hij dat echt niet wist. Dat hij er niets van heeft gemerkt. En ook niets heeft geroken. De medeverdachte belast Hans. Als enige. 

Er zijn in deze zaak veel getuigen gehoord die ook in dat pand kwamen. Niemand had ooit een hennep lucht geroken. 

In deze zaak volgde ook een vrijspraak. Omdat het bewijs niet sterk genoeg was. 

Niet altijd een vrijspraak

Nu moet u niet denken dat hennep kweken risicoloos is. Ik wil u niet de indruk geven dat er altijd een vrijspraak in zit. Dat is namelijk echt niet het geval. Als de politie binnenvalt terwijl u aan het knippen bent, is er geen ontkomen aan. Net als wanneer er planten bij u thuis bijvoorbeeld op zolder of in de kelder worden aangetroffen. Of als er vingerafdrukken van u worden aangetroffen op ramen of deuren in de kweekruimte, in combinatie met meer belastend materiaal. Deze zaken heb ik ook in mijn praktijk gehad. Die klanten zijn allemaal veroordeeld.

Nu is een veroordeling voor een hennep kwekerij voor de meeste verdachten niet het grootste probleem. De straf die volgt is vaak een werkstraf. Gevangenisstraf volgt meestal, maar zeker niet standaard, als het gaat om het kweken in een georganiseerd verband. Ook wel “criminele organisatie” genoemd. Of als je al een strafblad hebt met meerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten. 

Afpakken criminele winst na hennep

Het grote probleem bij een veroordeling voor een rol bij hennep kweken vormt het afpakken van de criminele winst die aan de exploitatie van de kwekerij wordt gekoppeld. Verdachten zwijgen daar vaak over. Daar staat een standaardrekensom tegenover, gemaakt door de politie in samenwerking met de energieleverancier. Die rekensom loopt vaak behoorlijk in de papieren. Dat gaat om tienduizenden euro’s als wordt vermoed dat een kwekerij meerdere oogsten heeft gehad. Dat vermoeden wordt niet zelden gebaseerd op illegale stroomafname en vervuilde filters, stof op lampen, achtergelaten plantenresten, etc. 

In de zaken van Frank, Nick en Hans vroeg het Openbaar Ministerie criminele winsten af te pakken ter hoogte van respectievelijk € 18.000, € 25.000 en schrik niet: € 4.900.000 (!). Bij een vrijspraak kan geen door misdrijf verkregen voordeel worden vastgesteld.  

Kunt u zich voorstellen dat deze heren allen enorm opgelucht waren dat zij niet zijn veroordeeld? Ik wel…  

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in een blog over drugsbezit op festivals. Die blog is te lezen via deze link.

Nancy Dekens in Panorama (3): in beslag genomen goederen

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 10 juni gaat het over in beslag genomen goederen.

Toestemming geven om te doorzoeken? Let op!

Het moet behoorlijk overrompelend zijn geweest. Drie maanden geleden stond de politie bij de moeder van een voor mij toekomstige klant thuis ineens aan de deur. De boodschap? Als de moeder geen toestemming gaf om de kamer van haar 19-jarige zoon te doorzoeken zouden ze terug komen met een huiszoekingsbevel. Het hele huis zouden ze dan overhoop halen, dat wilde ze toch zeker niet? Moeder was zeer geïntimideerd. Ze gaf toestemming die kamer te doorzoeken. Ze had er totaal geen rekening mee gehouden dat de politie in de slaapkamer van haar 19-jarige zoon spullen zou aantreffen die verboden waren of verdacht zouden zijn. Dat gebeurde helaas wel. 

De politie trof in die slaapkamer een kluis aan met daarin meer dan € 12.000,00. Voor een jonge knul is dat een behoorlijke hoeveelheid contant geld. Daarnaast wordt een geldtelmachine en een paar wikkels cocaïne in de slaapkamer aangetroffen. Alles neemt de politie mee, met inbegrip van de kluis zelf. Net als een laptop en mobiele telefoon. Als de politie weg is besluit de moeder mij in te schakelen.

Zij voelde zich rot dat door haar toedoen haar zoon werd opgepakt door wat er in zijn kamer lag. De verdenking: drugshandel en witwassen. Aan het geven van die toestemming voor de doorzoeking was op dat moment niets meer te veranderen. Aan de vondst van die spullen evenmin. Dus probeerde ik haar gerust te stellen en verzekerde haar ervan dat ik er alles aan zou doen om haar zoon goed te helpen.

Na een nacht in de cel en een paar verhoren mocht die jongen naar huis. Dat was toen het belangrijkste. De in beslag genomen spullen bleven achter op het politiebureau en zouden nader worden onderzocht. Dat is op zich normaal. 

In beslag genomen goederen terugkrijgen

Zes weken later wil cliënt zijn spullen terug. Het gaat hem vooral om zijn telefoon en laptop. Dat hij daar dan al anderhalve maand niet over kan beschikken, begint zo onderhand behoorlijk onhandig te worden. Dat begrijp ik wel. Het Openbaar Ministerie wil echter die spullen nog niet terug geven. Zicht op een inhoudelijke zitting is er niet. Als je niets doet, blijven de spullen simpelweg onder beslag. En dat kan lang duren. 

De route die resteert is de rechtbank verzoeken de goederen terug te geven, in afwachting van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. Die procedure zet ik in werking. De zitting rondom de afwikkeling van het beslag wordt gepland. Maar dan gebeurt er iets heel bijzonders. Ons land valt ineens ten prooi aan het coronavirus en voor we het weten verkeren we in een “intelligente lockdown”. Voor gerechtelijke procedures houdt dat in dat ontzettend veel niet urgente zaken van de zitting worden gehaald, tot nader order. Beslagzaken worden als niet urgent beschouwd.  

De officier van justitie besluit de laptop en de telefoon terug te geven. Ik laat mijn cliënt weten dat hij deze spullen snel terug krijgt. 

Maar vervolgens gebeurt er ruim een week helemaal niets. 

Geduld hebben?

Mijn cliënt laat mij intussen weten dat hij die laptop dringend nodig heeft voor het digitale onderwijs dat hij moet gaan volgen, nu fysiek onderwijs door alle coronabeperkingen voorlopig niet plaatsvindt. Dat hij die laptop voor zijn studie nodig heeft, laat ik de officier van justitie vervolgens weer weten. Er zijn dan nog drie werkdagen voordat het digitale onderwijs daadwerkelijk begint. Voldoende tijd om de teruggave te realiseren, zou je denken. 

Niets is echter minder waar. De politie laat mij per mail weten dat de zaak nog loopt en mijn cliënt wat geduld moet hebben. In de mail stond dat ik me volgens de politie beter druk moest maken om belangrijkere zaken dan het afwikkelen van dit beslag. Inwendig ontplofte ik toen toch wel een beetje. Ik wil namelijk niets liever dan mij druk maken om andere zaken die mijn tijd ook nodig hebben. Ik heb er namelijk genoeg. Maar ik heb wel te maken met een cliënt die weken eerder te horen heeft gekregen dat de officier van justitie zijn laptop en telefoon terug zou geven. Wat vervolgens niet gebeurt. Voor mijn klant is het terugkrijgen van zijn laptop en telefoon echt belangrijk. Want het digitale onderwijs is begonnen. En hij heeft geen andere computer tot zijn beschikking. 

Ik heb de mail van de agent een uurtje laten bezinken. En vervolgens heb ik die agent uitgelegd hoe belangrijk het terugkrijgen van die spullen voor mijn cliënt is, en dat ik als advocaat dat wel serieus móet nemen. Dat dat een kernelement van mijn werk is. De reactie die volgde was begripvol. Maar ondertussen is die laptop, weer anderhalve week later, nog steeds niet terug. 

En dan wordt de zaak geseponeerd…

Nu zult u mogelijk ook denken: die knul is toch niet voor niets opgepakt? En eigen schuld, dikke bult, etc. De doorzoeking is rechtmatig gebeurd, door de toestemming van de moeder. Maar of het nou echt tot iets gaat leiden in strafrechtelijke zin, anders dan bewijs voor het aanwezig hebben van een paar wikkels coke, is nog maar de vraag. 

Ik maak het vaak mee dat mensen worden opgepakt en kort daarna weer worden vrijgelaten. De verdenking wordt dan geseponeerd. Dan is de strafzaak klaar. Als er goederen in beslag zijn genomen, gaat de afwikkeling ook in die zaken bepaald niet voortvarend. Denk aan telefoons, laptops, auto’s, etc. Spullen die je nodig hebt. En dus terug wilt hebben. 

Ondertussen is het tegelijk zo dat als je spullen dan van het Openbaar Ministerie terug mogen, en daar een besluit over ligt van het Openbaar Ministerie, of van de rechter, de feitelijke teruggave binnen 10 werkdagen concreet moet zijn gerealiseerd. En dat gebeurt te vaak niet binnen die periode. Daar kun je als advocaat vrij weinig tegen doen. Behalve bellen, mailen, mopperen, je opwinden en dat soort dingen. Je klant staat in zijn recht, maar krijgt het niet. 

Niet iedereen maakt zich daar druk om. En dat is maar goed ook. Maar voor die mensen die met smart iets nodig hebben, moet je het wel proberen te regelen.  En dat is een zeer tijdrovende gruwel. Het zou fijn zijn als er wat meer begrip is bij de politie en bij het Openbaar Ministerie, voor de mensen die dit overkomt. In plaats van dat je het gevoel krijgt dat je loopt te zeuren om niets. 

Kern van het strafrecht is dat het gaat om mensen, niet om apparaten. En dat lijken we wel eens uit het oog te verliezen. Ik zo nu en dan overigens ook. 

Ik hoop dat wanneer dit artikel wordt geplaatst, mijn klant zijn telefoon en laptop eindelijk terug heeft. De desbetreffende agent heeft inmiddels laten weten ermee aan de slag te gaan… 

Geef geen toestemming

Het is goed om u te realiseren dat wanneer u wordt gevraagd om ergens toestemming voor te geven, elke vondst van verdovende middelen of verboden goederen, rechtmatig is. 

In deze zaak gaat het om toestemming voor het doorzoeken van een slaapkamer. Maar u kunt ook denken aan een stopteken dat wordt gegeven als u een auto bestuurt, u om uw rijbewijs wordt gevraagd en de politie ruikt bijvoorbeeld hennep en vraagt of u de achterbak open wilt doen. Wat u doet. En daarin ligt drugs, contant geld en bijvoorbeeld een wapen. 

Als u toestemming heeft gegeven, kan hier geen inhoudelijk verweer meer tegen worden gevoerd. Terwijl het in dat stadium maar de vraag is of de politie deze bevoegdheid op dat moment heeft. 

Dit geldt ook voor het geven van bijvoorbeeld een toegangscode voor uw telefoon, of vrijwillig afgeven van DNA. In die situatie bent u doorgaans wel aangehouden en voorzien van een advocaat die u helpt en u dit allemaal uitlegt. 

En zo zijn er wel meer situaties denkbaar waarin u wordt gevraagd ergens aan mee te werken. 

Mijn boodschap: Laat u niet gek maken, en geef niet te lichtvaardig uw toestemming ergens voor. De gevolgen kunnen heel vervelend uitpakken.

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in een andere blog, waarin meer wordt uitgelegd over de soorten beslag. Lees die via deze link. 

Nancy Dekens in Panorama (2): drugs op festivals

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 3 juni gaat het over drugs op festivals.

In 22 jaar tijd verandert veel

Dit jaar zit ik 22 jaar in het vak. Toen ik advocaat werd was ik amper 22 jaar oud. Veel te jong. Onderhand betrap ik mezelf er zo nu en dan op dat ik terug denk aan de tijd dat ik zelf begin 20 was. En na een weekendje stappen weleens wakker werd met knallende koppijn… Niet alleen van teveel drank, maar ook van de stomme dingen die mijn vrienden en ik hadden uitgehaald. Incidenten waar de politie ook weleens bij ten tonele verscheen, maar na een vermanende reprimande weer vertrok. Hoe anders is het nu? Het lijkt wel alsof we nog maar weinig door de vingers willen zien. 

Niet zo lang geleden had ik zitting bij de politierechter. Mijn cliënte Loes moest voorkomen omdat ze welgeteld 6 xtc pilletjes bij zich had op Mysteryland, ruim twee jaar geleden. Haar verhaal was dat haar vrienden haar voor de entree hadden gevraagd de pilletjes bestemd voor iedereen mee naar binnen te nemen. En dat had ze gedaan. 

Het festival en de veiligheidsfouillering

Voordat je het festivalterrein op mag, word je onderworpen aan een toegangscontrole. Dit wordt ook wel “veiligheidsfouillering” genoemd. Deze controle wordt niet verricht door opsporingsambtenaren maar door particuliere beveiligers. Die hebben niet dezelfde bevoegdheden als opsporingsambtenaren. Maar feitelijk gezien mag je het terrein niet op als je niet meewerkt. 

Loes werd bij de ingang gevraagd of zij verdovende middelen bij zich had. Zij schrok zich een hoedje en antwoordde direct bevestigend. Als zij met “nee” had gereageerd, was het maar de vraag of die pillen waren gevonden. De procedure is dat je dan oppervlakkig mag worden “afgetast”. Er mag geen grondige fouillering plaatsvinden. Over wat oppervlakkig aftasten is, kan worden gediscussieerd. Feit is dat wanneer de beveiliging drugs bij je aantreft, er een probleem is met justitie. De drugs ben je sowieso kwijt. 

En de politie wordt ingeschakeld. Die is op festivals standaard aanwezig. Je kunt nadat je bent verhoord ter plekke een strafbeschikking uitgereikt krijgen. Door een officier van justitie of een assistent officier van justitie die ook ter plaatse is. Je doet er verstandig aan, als dit je overkomt, je door een advocaat te laten adviseren over het wel of niet accepteren van die strafbeschikking. Afhankelijk van jouw specifieke situatie.

De strafbeschikking

Je hebt twee weken de tijd om verzet in te stellen. Dan staat de strafbeschikking nog niet vast. En wordt het een strafzaak. Waar je kunt proberen de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Het accepteren van een strafbeschikking, betekent een aantekening op je strafblad. Voor een opiumwetdelict. Dat kan vervelende gevolgen hebben, op diverse gebieden. Bijvoorbeeld bij aanvragen van een verklaring omtrent gedrag (vog), of om zonder problemen naar de Verenigde Staten te kunnen reizen. Veel mensen realiseren zich niet dat een strafbeschikking wezenlijk verschilt van een gewone bekeuring. Een bekeuring staat niet op je strafblad, maar een strafbeschikking dus wel. 

Terug naar Loes. Op de vraag van de beveiliger bij de ingang van Mysteryland of zij verdovende middelen bij zich had, zei ze “ja”. Dat was voor haar het einde van het feest. Ze kreeg een strafbeschikking uitgereikt ter hoogte van € 500. Daar was ze het niet mee eens. Zo kwam ze bij mij. 

Ook keurige meisjes gebeurt dit

Loes is een keurig net meisje, van dan 19 jaar oud. Ze woont nog thuis bij haar ouders. Er zijn geen eerdere politiecontacten. Ze volgt een toerisme opleiding. Voor die opleiding moet ze op stage. En voor die verplichte stages moet ze kunnen beschikken over een vog. Ze was toen ik haar vlak na haar aanhouding ontmoette heel erg overstuur. Loes was bang dat ze door die toestand met die paar pilletjes geen vog meer zou kunnen krijgen en dat ze haar opleiding niet zou kunnen afronden. Ze zag haar hele toekomst in duigen liggen. Nu vond ik die reactie wat over the top, maar ik vond het eerlijk gezegd ook wel overdreven dat zij voor die paar pilletjes een strafblad zou krijgen wat lang aan haar zou blijven kleven. Ik dacht eerlijk gezegd dat ik de officier van justitie wel zover zou kunnen krijgen om deze vervolging gelet op haar persoonlijke omstandigheden niet door te zetten. Dat krijg ik bij ernstigere verwijten best met enige regelmaat voor elkaar. Dus ik stelde verzet in en vroeg de officier de zaak in te trekken. In vakjargon: seponeren. 

Tot mijn verrassing was de officier van justitie daar absoluut niet toe bereid. De hoeveelheid pillen betrof een dealerindicatie. Ik roep nog even terug in de herinnering: het waren niet meer en niet minder dan 6 pilletjes! Dealerindicatie dus. 

Loes is geen dealer!

Nu heb ik in mijn werkzame bestaan al heel wat dealers de revue zien passeren in mijn praktijk, zowel groot als klein. Deze cliënte is geen dealer. Ook niet één vermomd in schaapskleren. 

Maar goed, ruim twee jaar na het festival moesten we alsnog naar de rechter. De opleiding heeft Loes inmiddels afgerond. De verstreken tijd heeft niet geleid tot minder emoties en spanning. Loes was nog net zo overstuur als toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. Huilend zat ze aan mijn bureau, 21 dan, met haar vader. Het strafblad in het vooruitzicht, haar toekomst, maar ook angst voor de zitting en het gesprek met de rechter. Ze zag er enorm tegenop. 

Ik was in die periode een pleidooi aan het voorbereiden in een grote strafzaak met een strafdreiging van meer dan twintig jaar. Dit zaakje kwam mij eigenlijk slecht uit. Ik had alle tijd die er was nodig voor die grote zaak. Maar dat kon ik natuurlijk niet aan Loes laten blijken. Want elke cliënt, hoe groot of klein zijn of haar zaak ook is, heeft recht op de volle aandacht van de advocaat. 

Ik nam de tijd en probeerde haar gerust te stellen. Dat lukte mij niet. 

Veel emotie

Op de zitting was ze wederom, of beter gezegd: nog steeds, behoorlijk over haar toeren. Ze had haar vader, moeder én haar vriend mee genomen om haar te steunen. Ook hadden we een brief geregeld van haar vrienden die mee waren naar het festival. Zij gaven in die brief toe dat de pilletjes die Loes bij haar had voor hen allemaal bestemd waren. Het mocht allemaal niet baten. 

De officier van justitie vond nog steeds dat er een straf moest volgen, wel een lagere dan eerder was aangeboden. Nu zou cliënte niet € 500 maar € 150 moeten betalen. Had ze dit maar niet moeten doen. Ze wist toch wel dat het niet mocht? En bij een afgewezen vog aanvraag kon ze altijd in bezwaar… zo luidde het requisitoir. 

Het – zij het wellicht beperkte – strafblad was ineens dichtbij. 

Het oordeel van de politierechter

De politierechter was het met mij eens dat in dit geval geen straf moest worden opgelegd. Cliënte was genoeg gestraft en had zichtbaar enorme moeite met de strafvervolging die lang op zich had laten wachten. De rechter probeerde Loes op de enige manier die nog resteerde gerust te stellen; door haar schuldig te verklaren zonder het opleggen van straf. In de hoop dat de vog’s aan deze cliënte zullen worden verstrekt zonder al te veel gedoe. Want een toepassing van artikel 9a wordt wel vermeld op je strafblad. 

De rechter had geen andere keuze. Want de zaak lag op de tafel. Het OM was niet bereid gebleken de zaak te seponeren. Dan móet de rechter recht spreken. En het feit kon nu eenmaal bewezen worden. Zo simpel kan strafrecht zijn. 

Ik had het deze cliënte gegund dat haar onbezonnen daad onbestraft was gebleken. En dat zij hier jaren later nog eens met het schaamrood op de kaken aan terug had kunnen denken, zonder de spanning over eventuele verstrekkende gevolgen voor haar toekomst. Met die vog is het wel goed gekomen. Althans daar ga ik van uit. Maar recent dienden zich andere vragen aan: Kan ik met een drugsdelict op mijn strafblad de VS inreizen? En: vertel ik op een sollicitatiegesprek als daar naar wordt gevraagd dat ik door een rechter ben veroordeeld? Etc.

Zo levert het bezit van een paar pilletjes telkens weer stress op. 

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in het artikel: vrijspraak voor rijden onder invloed.

Dekens & Aytemur Strafrechtadvocaten