Nancy Dekens in Panorama (12): man met bijl

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 16 augustus gaat het over man met bijl.

“Celstraf voor woest zwaaien met bijl naar moeder met twee kinderen,” kopte een plaatselijke krant kort geleden. Het bericht luidt verder dat de man die een jaar geleden een moeder met twee kinderen te lijf ging een flinke celstraf krijgt.

Dit artikel gaat over Ruud. Ik heb hem de afgelopen periode verdedigd in de strafzaak die tegen hem liep. Toen we kennis maakten met elkaar zat Ruud vast. De verdenking was vrij ernstig: 4 keer poging moord op een moeder en haar drie minderjarige kinderen. Op straat. Ruud had op de openbare weg gestaan met een bijl in zijn handen. En zou met die bijl hebben uitgehaald. Er was niemand gewond geraakt. Het oudste kind, de 17-jarige Pim, was weggerend en was Ruud later vlak bij huis weer tegengekomen, waar Ruud hem nogmaals te lijf zou zijn gegaan.

Ruud heeft een aardig strafblad opgebouwd in de loop der jaren. Maar dat is eigenlijk vrij gedateerd. Hij is een aantal jaar niet met justitie in aanraking gekomen. Naar zijn zeggen omdat hij zijn huidige vriendin, Astrid, heeft leren kennen, en een kindje met haar heeft gekregen. Hij zorgt samen met Astrid voor hun kindje Jax, en voor de 9-jarige Semmy, die Astrid uit een eerdere relatie heeft. Ruud is tot rust gekomen. Hij werkt hard. Als meubelmaker. Zijn leven is in een heel rustig, bijna saai, vaarwater gekomen.

Uit de hand

Tot Semmy onenigheid krijgt met het middelste kind van Petra. Petra is de beste vriendin van Astrid. De oudste zoon van Petra, Pim, bemoeit zich ermee. Dan begint de ellende. De ruzie tussen de kinderen loopt behoorlijk uit de hand. Verbaal. De vriendschap tussen Petra en Astrid en hun aanhang komt flink onder druk te staan.

Het escaleert op een dag in juni vorig jaar. Astrid haalt Semmy op uit school. Petra doet hetzelfde. Ze zitten op dezelfde school. Pim is met Petra meegelopen naar school. Op weg naar huis komen Petra en haar kinderen en Astrid en haar kinderen elkaar tegen. Astrid krijgt een heftige woordenwisseling met Pim. Wat er precies is gezegd is lastig te recapituleren. Astrid verstaat dat Pim zegt dat zij Ruud maar moet halen zodat Pim en Ruud een normaal gesprek met elkaar kunnen voeren. Astrid voelt zich flink door Pim bedreigd. Pim zegt dat hij verstaat dat Astrid zegt dat zij Ruud gaat halen om hem een lesje te leren.

Een stuk gereedschap

Astrid rijdt naar huis. Zij vertelt Ruud, die thuis in zijn werkplaats aan het werk is, over wat er is voorgevallen met Pim. Ruud is het zat. Hij stapt in de auto bij Astrid. Hij neemt een stuk gereedschap mee, voor het geval hij zich moet verdedigen. Dat stuk gereedschap is een bijl. Zij rijden terug richting de plek waar Pim, zijn moeder en de andere kinderen zijn.

Als zij Pim en zijn familie tegenkomen onderweg, stopt Astrid de auto. Ruud stapt uit. Met de bijl in zijn handen. Pim rent meteen weg. Ruud loopt in de richting van Petra. Haar andere twee kinderen, beiden onder de tien, staan vlak bij haar. Hij heeft een woordenwisseling met Petra, op straat. Ruud ontkent niet dat hij heel boos is op dat moment. Hij is het echt wel beu. Al dit gedoe. Hij geeft Petra een trap. Zij valt niet. Wel gaat haar tasje kapot. Ruud zegt dat hij de bijl vast had, maar er niets mee heeft gedaan. Petra verklaart steeds iets anders. Wisselend. Uiteindelijk zegt ze dat Ruud naar haar heeft uitgehaald met de bijl. Hij heeft haar op een haar na niet geraakt. Haar twee jongste kinderen worden in een studio gehoord. Zij zeggen min of meer hetzelfde als hun moeder. Er zijn twee onafhankelijke getuigen op straat aanwezig. De ene zegt dat het weliswaar bedreigend was, maar ook niet meer dan dat. De ander verklaart belastender, maar zegt daarnaast heel veel dingen die echt niet kunnen kloppen. Die verklaring is om die reden niet echt van belang.

Met deze stand van zaken in het papieren dossier, ontmoet ik Ruud. In de gevangenis. Ruud vindt het eigenlijk vrij helder. Hij vindt het bizar dat hij vast zit voor vier pogingen tot moord. Maximaal zijn het bedreigingen geweest. En die trap. Dat is een mishandeling. Dat zij zich allemaal rot zijn geschrokken snapt hij heel goed. Daar heeft hij spijt van. De strafzaak staat een paar weken later op zitting. Ruud vindt dat hij vrij moet komen.

Behoorlijk belastend

Ik vertel hem dat ik begrijp wat hij zegt, maar dat het juridisch niet zo simpel ligt als dat hij het ziet. En dat de verklaringen van Petra en haar twee kinderen toch wel behoorlijk belastend zijn. En dat ik er niet op durf te vertrouwen dat de rechtbank simpelweg mee gaat in zijn verhaal. Zonder nader onderzoek.

Vier keer poging moord zie ik het niet worden, maar op de dagvaarding staan ook afgezwakte varianten, zoals poging doodslag, poging zware mishandeling en daarna pas bedreiging.

Ten aanzien van Petra zou de rechtbank het op basis van de inhoud van de stukken ook een poging doodslag kunnen vinden. Ten aanzien van de twee kinderen ben ik er ook niet gerust op dat het zonder nader onderzoek uitkomt op een bedreiging.

Ik vertel Ruud dat we getuigen moeten horen bij de onderzoeksrechter en dat we alle opnamen van de verhoren moeten opvragen om te zien en horen of dat wat is vastgelegd ook zo is gezegd. En ook hóe het is gezegd.

En dat als de rechtbank dat onderzoek toestaat, hij waarschijnlijk niet vrijkomt op de eerste zitting. De reclassering ondersteunt een “kale” vrijlating niet. Die boodschap komt niet zo goed binnen bij Ruud. Maar ik weet hem te overtuigen van de noodzaak van deze strategie.

De rechtbank staat de verhoren toe en ook alle opnamen worden verstrekt. Met uitzondering van de studioverhoren van de jonge kinderen. Die verhoren kan ik gaan bekijken op het politiebureau. Ruud komt ondertussen inderdaad niet vrij.

Niet goed weergegeven

De bandopnamen van de verhoren geven een goed beeld van hoe de verhoren zijn verlopen. Daaruit blijkt ook dat de verhoren niet goed schriftelijk zijn weergeven in het dossier. Veel verhoren worden alsnog woordelijk uitgewerkt. De studioverhoren van de jonge kinderen geven ook een ander beeld dan de indruk die hun woorden oproepen in combinatie met wat Petra en Pim hebben verklaard.

Op de volgende zitting laat ik fragmenten van die verhoren zien aan de rechtbank. De zaak kan dan nog steeds niet worden afgemaakt. Daar is niet genoeg tijd voor gepland. De zaak wordt weer aangehouden. Ruud komt nog steeds niet vrij.

Wel is de verdenking inmiddels afgezwakt naar pogingen tot doodslag. De pogingen tot moord zijn vervallen.

Ondertussen heeft de reclassering een plan van aanpak gemaakt met Ruud. Zijn vrijlating onder voorwaarden gloort aan de horizon. Áls de rechtbank daarin mee gaat. Gelukkig gebeurt dat. Ruud komt vrij met onder andere een enkelband, een gebiedsverbod, contactverboden en verplicht contact met de reclassering. Het zijn zeer strenge voorwaarden waar Ruud zich aan moet houden. Dat lukt hem.

Weer een aantal maanden later staat de zaak eindelijk op zitting voor inhoudelijke afronding. De reclassering is heel positief over hem. Zij zien een heel andere man dan de man die in de gevangenis zat. Zo ervaar ik het zelf ook.

De officier vindt dat poging zware mishandeling van Petra bewezen kan worden verklaard. De trap levert mishandeling op. De kleine kinderen zouden zijn bedreigd door Ruud. Pim zou slachtoffer van bedreiging en poging doodslag zijn geworden. Dit laatste feit betreft de tweede ontmoeting tussen Ruud en Pim die in dit artikel verder niet aan bod komt. De officier vindt dat Ruud nog een aantal maanden terug moet naar de gevangenis. Ondanks alle positieve geluiden van de reclassering over Ruud. Ruud moet gewoon afrekenen met justitie.

Bedreiging bewezen

Ik vind dat ten aanzien van Petra en haar jongste kinderen bedreiging bewezen kan worden. De trap tegen Petra is een mishandeling. Ten aanzien van de bedreiging en de poging doodslag op Pim vind ik dat Ruud moet worden vrijgesproken. Hij moet niet meer terug naar de bajes als het aan mij ligt.

De rechtbank is het met mij eens. Ruud wordt gestraft conform voorarrest, met nog een deel voorwaardelijk en het handhaven van het verplichte contact met de reclassering en de enkelband onder andere. Terug naar de gevangenis hoeft hij dan ook niet.

Het bericht in de media waarmee ik dit artikel begon is heel erg suggestief en dekt inhoudelijk de lading niet. Ruud is niemand met de bijl te lijf gegaan. Gelukkig maar. Ik begrijp niet zo goed waarom deze journalist ervoor heeft gekozen om dit zo op te schrijven. Het past wel in hoe het dossier door de politie is opgebouwd. In de opgemaakte processen verbaal klopt ook veel niet. Eigenlijk zouden alle verhoren standaard moeten worden opgenomen en standaard deel uit moeten gaan maken van het dossier. Zodat alle procesdeelnemers kennis kunnen nemen van hoe de verschillende personen de strafbare feiten die worden vervolgd hebben meegemaakt. Geluid zegt zoveel meer dan woorden op papier. In deze zaak heeft dat echt het verschil gemaakt. Daar ben ik van overtuigd.

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in een blog over psychiatrie in het strafrecht. Die kunt u lezen via deze link.

Nancy Dekens in Panorama (11): keuzes en kansen

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 8 augustus gaat het over Keuzes en Kansen.

Het is begin december vorig jaar rond 1 uur ’s nachts, als de politie een melding ontvangt. Ze moet uitrukken naar een metro station midden in het centrum van Amsterdam. Daar bedreigt een man mensen met een mes. Twee agenten zijn als eerste ter plaatse. Ze zien een man met een mes in zijn handen de roltrap opkomen. De agenten nemen afstand van de man. En roepen dat hij zijn handen omhoog moet doen. De man reageert niet op wat de agenten roepen. Meer politie komt ter plaatse. Waarna de man wordt overmeesterd. De politie vist het mes uit zijn achterzak.

De man wordt geboeid meegenomen naar het politiebureau. Geen enkel persoon doet aangifte van bedreiging, of iets ergers, door deze man in de metro, of in het station. Wel doen de twee agenten die als eerste ter plaatse zijn aangifte. Van bedreiging.

Bij de politie maakt de man een verwarde indruk. Hij legt niet echt een verklaring af. Wel zegt hij wat rare dingen. En dat hij heel veel heeft gedronken. Een paar dagen later bij de rechter commissaris zegt hij dat hij in de metro ruzie kreeg met iemand en dat hij het mes heeft gepakt om diegene mee af te schrikken. Bij het zien van het mes droop diegene af.

De onderzoeksrechter besluit hem langer vast te houden, voor bedreiging van die twee agenten. Dat gaat om 14 dagen. De man wordt geplaatst in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). Dat is kortweg een afdeling binnen het gevangeniswezen voor gedetineerden die psychisch niet in orde zijn.

Geen psychiater

Ondertussen moet een psychiater van het NIFP worden benoemd om te onderzoeken wat er met deze man aan de hand is. Het NIFP kampt met grote achterstanden. Zo kan het gebeuren dat drie maanden later de eerste zitting is en er nog geen psychiater bij deze man is geweest. Dus blijft hij langer vast zitten.

De rechtbank geeft op die eerste inhoudelijke zitting de officier van justitie de opdracht een zogenaamde zorgmachtiging voor te bereiden.

De advocaat die deze man bijstaat vraagt na deze beslissing van de rechtbank aan mij de zaak over te nemen. Dat is beter voor de klant. Ik ben ervaren met verwarde klanten en deze combinatie van onderzoeken.

Ik krijg het dossier, met inbegrip van de camerabeelden rondom het metrostation, en de bodycam van de politie. Ik schrik van die beelden en het geluid. Niet vanwege het gedrag van mijn nieuwe klant. Maar van hoe zijn aanhouding tot stand is gekomen.

Op die beelden zie ik de twee agenten richting de roltrap lopen. Zij kijken naar beneden en zien een man op de roltrap. Hij komt omhoog. De twee agenten lopen daarop achteruit. De man is bovenaan de roltrap. De agenten hebben hem dan al onder schot. Er wordt geschreeuwd dat hij zijn handen omhoog moet doen. Een van de agenten lost direct een gericht schot op de man. Hij wordt niet geraakt. Zijn handen gaan niet omhoog. Hij komt ook niet dichterbij de agenten. De man blijft in de buurt van de roltrap staan. Ik zie geen mes. Dat zit kennelijk al in zijn broekzak. De man maakt wat bewegingen met zijn armen. Hij draait wat rondjes met zijn armen opzij. Het lijkt een dansje. Het ziet er een beetje raar uit. Maar niet agressief. De afstand tussen de man en de agenten is een meter of 6, misschien zelfs meer. En blijft dat ook. De man komt niet dichterbij. Het mes pakt hij niet. Zijn handen gaan wel even in de lucht, maar zakken ook weer. Hij draait nog wat rondjes. De agenten schreeuwen tegen hem. Er volgen meer schoten. Waarschuwingsschoten dit keer. Kort daarna wordt hij aangehouden. En wordt het mes uit zijn zak gehaald.

Een reële bedreiging van mijn klant richting de agenten zie ik niet. Mijn eerste gedachte is dat er te lichtvaardig op hem is geschoten. Gelukkig niet raak. Die voorbeelden kennen we ook.

Heel vriendelijk

Ik ga kennismaken met mijn klant. Sum. Ik zie geen man maar een jongen, met rastavlechtjes in een staartje boven op zijn hoofd. Hij is twintig, maar oogt jonger. Hij is heel vriendelijk in het contact. Sum verblijft inmiddels ruim vier maanden in het PPC en is vermoedelijk behoorlijk opgeknapt. Dat wordt aan mij bevestigd door de mensen die hem behandelen en dagelijks contact met hem hebben. Hij slikt een antipsychoticum en hij test negatief op drugs. Mij wordt gezegd dat Sum naar een “gewone” kliniek moet. Zodat er een “ambulant behandelkader” kan worden opgezet en hij hulp kan krijgen bij huisvesting en het zoeken van werk of het volgen van een opleiding.

Sum wil ondertussen het liefste gewoon bij zijn broer gaan wonen. En helemaal niet naar een kliniek. Maar hij begrijpt ook wel dat een kliniek voor hem nu beter is. Het lijkt die richting op te gaan.

Maar dan gebeurt er iets geks. De officier van justitie zet de door de rechtbank verzochte zorgmachtiging niet door. Terwijl Sum aan alle voorwaarden zou voldoen, volgens de mensen die hem dagelijks zien in het PPC.

Daarom vraag ik de stukken op die in het kader van de zorgmachtiging zijn opgesteld. Ik wil weten of de psychiater in dat onderzoek een diagnose heeft gesteld en of er überhaupt een behandeling nodig is. En zo ja, welke. De officier weigert deze stukken te geven. De rechtbank vraagt een paar dagen voor de zitting om diezelfde stukken. Dat weigert de officier ook. Dat is bijzonder.

Hierdoor blijft onduidelijk waarom die zorgmachtiging er niet komt.

Intussen is het rapport van het NIFP eindelijk klaar. Twee dagen voor de zitting. Het advies: behandeling in een strafrechtelijk kader. Deze psychiater is twee keer bij Sum geweest. En heeft twee keer een uur met hem gesproken. Waarvan één keer zonder tolk. Op die twee gesprekken en het dossier van de politie is dit advies gebaseerd.

De reclassering ondersteunt het advies van het NIFP. De reclassering is niet één keer bij Sum op bezoek geweest. Niet vlak na zijn aanhouding, niet in de maanden nadien. Ik vind het schandelijk.

Heel vriendelijk

Nu zult u misschien denken: wat is het probleem? Een kliniek is toch een kliniek? Het verschil is dat een verblijf in een forensische kliniek, veel langer kan duren, dan een verblijf in een “gewone” kliniek. Een strafrechtelijke behandeling is namelijk niet alleen gericht op behandeling van de stoornis maar ook op het beperken van het plegen van strafbare feiten (recidive). De “gewone” behandeling is alleen gericht op de behandeling van de ziekte en het leven met de stoornis.

Het gevaar bij een verplichte strafrechtelijke behandeling voor Sum is dat hij wordt uitgezet naar zijn land van herkomst. Hij heeft geen permante verblijfsvergunning. Dat risico is voor hem bij behandeling buiten het strafrecht veel kleiner. De kans op een normaal leven in Nederland is voor Sum het grootst als hij in een kliniek buiten het strafrecht verder wordt geholpen. En dat gun ik hem.

Als jonge tiener is hij helemaal alleen gevlucht uit een Afrikaans land. Na lange omzwervingen door Europa is hij in Nederland gekomen. Helemaal alleen. Omdat zijn broer in Nederland is. Sum krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning. Maar is zo goed als ongeschoold, en spreekt de taal niet of nauwelijks. Het lukt hem niet goed vaste grond onder de voeten te krijgen in Nederland. Hij zocht zijn vlucht in drank en drugs en kwam met de politie in aanraking.

Sinds hij in het PPC verblijft gaat het beter met hem. Er wordt voor hem gezorgd. Dat heeft hij nodig. Hij is onthecht en getraumatiseerd door alles wat hij heeft meegemaakt. Daar moet hij voor worden behandeld. In het PPC zien ze een leergierige jongen die zichzelf pijlsnel Nederlands leert. En die graag naar school wil en in Nederland een vaste basis zoekt. Die kans verdient hij. Wat voor leven zal hij hebben als hij terug wordt gebracht naar het land dat hij als kind is ontvlucht?

Het verkeerde land

Bij mij staan de seinen op rood. Het is maandagmiddag, de zitting is donderdagochtend. Sum zit dan al 7 maanden vast, voor iets waarvan ik vind dat hij moet worden vrijgesproken.

Het OM wil richting een behandeling in dat strafrechtelijke kader. Of hij wel of niet wordt uitgezet na verloop van tijd, is totaal niet relevant.

Daar kan ik me enorm over opwinden. We hebben het over een jongen die in zijn korte leven nog één geen eerlijke kans heeft gehad. Niet omdat hij daarvoor heeft gekozen, maar omdat hij in het verkeerde land is geboren.

Ik leg alle kaarten op tafel tijdens de zitting. Het is nu afwachten wat de rechtbank besluit: bieden ze Sum het beste perspectief op een bestaan in Nederland, of niet?

Gearresteerd: recht op een advocaat

Onthoud goed dat als u wordt gearresteerd, u recht heeft op bijstand van een advocaat. Voorafgaand én tijdens uw verhoor. De piketadvocaat wordt door de politie via de piketcentrale ingeschakeld. De advocaat komt naar u toe en vertelt u wat u te wachten staat. Hij of zij adviseert u over uw proceshouding, is aanwezig bij het verhoor en zorgt dat wat u zegt overeen komt met de inhoud van uw verhoor.

U doet er verstandig aan altijd gebruik te maken van uw recht op een advocaat in dit stadium. Veel mensen willen graag een verklaring afleggen bij de politie. Dat is in veel situaties onverstandig. De advocaat helpt u de juiste beslissing te nemen. En is er voor u.

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in een blog over het opzettelijk doodrijden van een tasjesdief. Die kunt u lezen via deze link.

Nancy Dekens in Panorama (8): gearresteerd door de politie

Voor Panorama schrijft mr. N.W.A. (Nancy) Dekens de komende weken een seriereeks over het in botsing komen met de wet. In de editie van 15 juli gaat het over gearresteerd worden en wat hierna gebeurt.

Nietsvermoedend opent mevrouw Jansen de voordeur van de woning van haar zoon Guus. Guus woont allang niet meer thuis. Hij is meer dan volwassen. Woont op zichzelf. In een rijtjeshuis met meerdere verdiepingen. Zijn relatie is een tijd geleden op de klippen gelopen. Zijn puberzoon is de ene week bij hem, de andere week bij zijn ex. Moeder haalt één keer per week de vuile was op. Als hij op zijn werk is. Zo ook deze keer.

Ze loopt vanuit de hal direct de trap op. De was staat altijd klaar in een tas in de badkamer. Ze loopt de trap weer af, met die tas vol was, en staat tot haar schrik oog in oog met de politie. Wat is dit? Een inval. De politie heeft het vermoeden dat er een hennepkwekerij in de woning aanwezig is. Op de zolder treft de politie een kwekerij aan van zo’n 300 planten. Mevrouw Jansen zegt dat ze van geen hennep weet. En dat ze alleen de was maar kwam halen.

Gearresteerd: naar het politiebureau

Maar wat ze ook zegt, het mag niet baten. Ze wordt gearresteerd. En ze moet mee naar het politiebureau. In een opvallende politieauto. Ze moet worden verhoord. Mevrouw Jansen schaamt zich rot zo in die auto. Iedereen kan haar zien.

Aangekomen op het bureau vraagt de politie of ze een advocaat bij het verhoor aanwezig wil hebben. Ze antwoordt met “ja”. Dan wordt de advocaat die piketdienst heeft ingeschakeld. Tenzij diegene een eigen advocaat heeft. Dan wordt die ingeschakeld. Mevrouw Jansen heeft geen eigen advocaat. Ze is 67 jaar oud en is voor het eerst in haar leven gearresteerd.

Ik heb die dag piketdienst. En ontvang haar melding rond een uur of zes. Ik stond eigenlijk net op het punt om naar huis te gaan. Dat moet nog even wachten. Ik eet snel een tosti op kantoor en vertrek naar het bureau. Om met deze mevrouw te praten over haar aanhouding, wat er volgens haar aan de hand is en om haar te adviseren of het verstandig is om dat aan de politie te vertellen. Of om te adviseren niets te vertellen. Spreken is niet altijd zilver, zwijgen niet altijd goud.

Lastige beslissingen

Dat zijn best lastige beslissingen die je meteen, vlak nadat iemand gearresteerd is, moet nemen. Zeker als het iemand is die je helemaal niet kent. Dat geldt voor mij als advocaat, maar dat geldt ook voor de persoon die is gearresteerd. Als ik adviseer om een verklaring af te leggen, ligt die verklaring vast in de stukken. Die kun je dan niet echt meer intrekken, of rigoureus aanpassen. Je moet van goede huize komen om de rechter te laten geloven dat je eerste verklaring niet klopt. Wat dat betreft is zwijgen veiliger.

Echter, nergens aan mee werken bij de politie en dus ook zwijgen, kan een onderzoeksgrond opleveren, waardoor iemand langer vast blijft zitten. Als het om een ernstig strafbaar feit gaat, zoals zware mishandeling of een beroving of erger, dan calculeer je een langer verblijf bij de politie vaak wel in. Ongeacht of diegene verklaart. In die situatie adviseer ik meestal om te zwijgen. Maar als het om een minder ernstig vergrijp gaat, kan zwijgen betekenen dat je na je verhoor niet weg mag.

Prille stadium

In dit prille stadium van een strafzaak moet je in overleg met een nieuwe cliënt meteen beslissende keuzes maken die ertoe kunnen leiden dat iemand vrij komt of vast blijft zitten. En welke beslissing gevolgen kan hebben voor hoe de strafzaak zal verlopen. Die nieuwe klant die jou helemaal niet kent, moet er maar op vertrouwen dat je het beste met diegene voor hebt, en geen onderdeel bent van justitie. En dat het advies wat jij geeft, het beste is om te doen.

Terug naar mevrouw Jansen. In de politiecel tref ik een ras Amsterdamse mevrouw aan. Zij zit dan al een poosje in de cel. Ze vertelt mij haar verhaal. Ze komt oprecht op mij over. Al snel adviseer ik haar om dit verhaal aan de politie te vertellen. Omdat zwijgen in dit geval zou kunnen suggereren dat ze er meer vanaf weet dan ze zegt dat ze weet. En dat is niet de indruk die we willen wekken.

In het verhoor dat volgt lopen de emoties over haar allereerste arrestatie ooit hoog op. Ik had enorm met haar te doen. Na haar verhoor moet ze terug de cel in. Ik heb er ’s avonds tot vervelens aan toe achteraan gebeld om haar nog die avond weer thuis te krijgen. Om half elf ‘s avonds belde ze me dat ze was vrijgelaten. Een langer verblijf in hotel politie is haar gelukkig bespaard gebleven. Hoe deze zaak afloopt is nu nog onduidelijk. Het onderzoek door de politie is nog niet afgerond.

Parijse Jacques

De beslissing om wel of niet te verklaren, kan ook lastiger liggen. Zoals met taxichauffeur Jacques. Jacques komt uit Parijs. Ook hem tref ik tijdens een piketdienst. Deze melding gaat over het invoeren van cocaïne. Dat klinkt interessant. De politie wil niets meer vertellen, dan dat het om een grote hoeveelheid gaat. In een taxi. Ik krijg het wel te horen tijdens het verhoor of in het gesprek met mijn cliënt daaraan voorafgaand, wordt mij gezegd. Ik denk aan een achterbak vol coke, eerlijk gezegd. Dus ik haast me naar het bureau. En heb me voorgenomen deze klant te laten zwijgen. Met een grote hoeveelheid zou hij toch wel vast blijven zitten, schat ik in.

In de cel tref ik een typische fransman aan. Hij spreekt Frans zoals de meneer uit de Boursin reclame van vroeger dat deed. Nu is mijn Frans niet heel erg goed. En Jacques spreekt geen woord Nederlands. We communiceren daarom in het Engels. Jacques legt mij uit in zijn beste Engels uit dat hij er “rien” mee te maken heeft. Hij móet naar huis. De volgende ochtend moet hij zijn dochter ophalen van het vliegveld in Parijs. Zijn verhaal: hij heeft iemand meegenomen van Parijs naar Amsterdam voor een mooie prijs en die man had een sporttas bij zich. Die tas is in de achterbak gezet. In die tas zou de politie twee kilo coke hebben aangetroffen. Bij een controle.

Gebruik maken van zwijgrecht

Ik twijfel aan het verhaal dat Jacques vertelt. Ik vind het verstandiger als hij voorlopig gebruik maakt van zijn zwijgrecht. Wel of niet praten met de politie in dit stadium zal niet betekenen dat Jacques op tijd op het vliegveld is om zijn dochter op te halen. Het is weliswaar geen kofferbak vol coke, maar twee kilo is ook niet heel weinig. Mijn inschatting is dat de rechter-commissaris over zijn voorarrest gaat beslissen, over een paar dagen. Dan krijg ik het dossier en dan kan ik beoordelen of de verdenking tegen Jacques hout snijdt.

Maar Jacques is zo overtuigend dat hij onschuldig is, dat zwijgen voor hem geen optie is. Dus leg ik hem uit dat als hij praat met de politie, dat wat hij zegt waar moet zijn. En dat als uit onderzoek blijkt dat er bijvoorbeeld vingerafdrukken van hem op de verpakking zit, de kans dat hij vrijkomt eerder kleiner wordt dan groter. Het is wat mij betreft verklaren of zwijgen. Waarbij je als je verklaart gerust hier en daar wat elementen kunt weglaten. Zolang je maar niet gaat liegen. Liegen komt vaak aan het licht, is mijn ervaring. Jacques bezweert mij dat hij er niks van wist.

Het onderzoeken van de verklaring

Jacques heeft uitgebreid verklaard bij de politie. Dat had de politie ook niet verwacht. Met deze verdenking. Ze gingen er ook van uit dat Jacques van zijn zwijgrecht gebruik zou maken. Net als zijn passagier.

Ook dit verhoor vindt in de avonduren plaats. Helaas. Rond 23 uur sluiten we het verhoor af. De politie heeft huiswerk. De verklaring van Jacques moet worden onderzocht. Jacques wordt voor drie dagen in verzekering gesteld, om dat onderzoek te verrichten. Jacques en ik hebben elkaar meerdere keren per dag aan de telefoon in de dagen die volgen. De politie houdt me ook steeds op de hoogte van hun onderzoek. Na twee dagen wordt Jacques vrijgelaten. Zijn verdenking is geseponeerd. De politie kan niet hard maken dat hij wist wat zijn passagier in die tas vervoerde. Zijn dochter heeft hij niet van het vliegveld kunnen halen. Maar er is wel een goede afloop. Case closed.

Gearresteerd: recht op een advocaat

Onthoud goed dat als u wordt gearresteerd, u recht heeft op bijstand van een advocaat. Voorafgaand én tijdens uw verhoor. De piketadvocaat wordt door de politie via de piketcentrale ingeschakeld. De advocaat komt naar u toe en vertelt u wat u te wachten staat. Hij of zij adviseert u over uw proceshouding, is aanwezig bij het verhoor en zorgt dat wat u zegt overeen komt met de inhoud van uw verhoor.

U doet er verstandig aan altijd gebruik te maken van uw recht op een advocaat in dit stadium. Veel mensen willen graag een verklaring afleggen bij de politie. Dat is in veel situaties onverstandig. De advocaat helpt u de juiste beslissing te nemen. En is er voor u.

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in een blog over liquidaties. Die kunt u lezen via deze link.

Dekens & Aytemur Strafrechtadvocaten