Van alle markten thuis

Nicky, een meisje van bijna dertien, werd een aantal maanden geleden plotseling uit huis geplaatst. De kinderrechter vond dat haar moeder Sandra niet goed genoeg voor haar zorgde. De buren hadden de Raad voor de Kinderbescherming gebeld, omdat het ze was opgevallen dat Sandra te veel alcohol dronk. Nicky zagen ze vaak alleen bij het café aan de overkant zitten, terwijl haar moeder thuis mannen ontving. Ze vermoedden dat zij zich prostitueerde. Sandra ontkende al deze beschuldigingen. Desondanks was een spoeduithuisplaatsing bij de kinderrechter niet te voorkomen.

Tijdens een nieuwe zitting zou het verzoek van de Raad van de Kinderbescherming worden behandeld om de uithuisplaatsing met een jaar te verlengen. Sandra vroeg mij of ik Nicky kon bijstaan op deze zitting. In een hartverscheurende brief aan de rechter had ze geschreven dat ze haar moeder, haar eigen kamer en haar huisdieren miste.

Ik ontmoette Nicky op de crisislocatie waar ze was geplaatst. Nooit eerder had ik zo’n jonge cliënt gehad. In het echt zag ze er nog jonger uit dan haar bijna dertien jaar; klein en mager en met een vaal gezicht, alsof ze ondervoed was. In ons eerste gesprek probeerde ik vooral Nicky’s vertrouwen te winnen. Ik vertelde dat ik haar advocaat was, en niet die van haar moeder, en dat ik alleen háár belangen zou behartigen. We spraken over koetjes en kalfjes en ik mocht aan het eind van het gesprek haar kamer zien. De locatie baarde mij zorgen. Ze had een kille kamer, de afdeling was alles behalve gezellig en er zaten jongens en meisjes met allerlei problemen en leeftijden. Geen plek waar je langer dan een week zou moeten zitten, en Nicky zat er al drie maanden.

Het klikte tussen ons, en al gauw begon ze mij WhatsAppberichtjes te sturen over hoe het met haar ging. In de tussentijd kreeg ze een nieuwe locatie toegewezen, in een gezinshuis in Almere, een betere plek dan de tijdelijke crisislocatie. Dit betekende wel dat ze van school af moest in Amsterdam, en dat vond ze vreselijk. Ze zat al op haar vierde basisschool en was daar eindelijk op haar plek. Ze had een lieve juf, haalde goede cijfers en had leuke klasgenoten.

Een week voor de zitting belde de griffier mij, om door te geven dat de kinderrechter Nicky graag wilde horen. Of ik voor vervoer kon zorgen? Omdat Nicky niet in een gesloten jeugdinrichting zat, werd het vervoer niet door de rechtbank zelf geregeld. Ook Jeugdzorg wilde het vervoer niet regelen, omdat ze het niet noodzakelijk vonden dat Nicky aanwezig zou zijn. Ze had tenslotte haar kijk op de zaak al in de brief aan de kinderrechter gegeven. Ik was in dubio. Enerzijds vond ik het te ver gaan om zelf twee keer van Amsterdam naar Almere te rijden om haar te halen en terug te brengen. Dat was niet mijn taak en ik wilde niet aansprakelijk zijn als er iets zou misgaan. Anderzijds voelde ik mij verantwoordelijk voor Nicky’s belang. Alleen als Nicky aanwezig zou zijn,  kon de kinderrechter zien en horen wat zij wilde. Hoewel ik ook al geen kilometervergoeding kreeg van de Raad voor Rechtsbijstand, ben ik die dag toch maar twee keer op en neer naar Almere gereden.

Nicky en ik hebben ons best gedaan om de kinderrechter ervan te overtuigen dat ze beter af was bij haar moeder. Niet alleen vanwege de vertrouwde omgeving, maar ook vanwege school. Het mocht helaas niet baten. De kinderrechter vond dat de moeder van Nicky zich onvoldoende had ingespannen om Nicky weer thuis te kunnen opnemen. Ze moest eerst aan haar eigen trauma’s werken.

Nicky woont inmiddels in het gezinshuis in Almere en zit daar nu ook op de basisschool, haar vijfde op rij.

 

De namen van Nicky en Sandra zijn gefingeerd.

Lees ook

Nieuws

Ponypack

Dekens & Aytemur Strafrechtadvocaten