‘Waarom zou je je mond houden als je toch niets te verbergen hebt? Dit is je kans om jouw kant van het verhaal te vertellen. De rechter kan later geen rekening houden met jouw kant van het verhaal als je blijft zwijgen. Die zal ook denken: wat vreemd dat hij niets zegt. Is het jouw eigen mening om te zwijgen of heeft je advocaat het geadviseerd? Mij lijkt het niet zo’n handige keus namelijk. Wil je soms even met je advocaat overleggen?’
Dit zijn vragen die de politie zonder schroom aan een minderjarige stelt als hij is aangehouden en weigert te praten. Standaardvragen, durf ik bijna wel te stellen. Mijn minderjarige client moet wel van heel goeden huize komen om na dit spervuur nog steeds zijn mond te blijven houden.
Kwalijker is dat de politie erg suggestieve opmerkingen maakt. Ze doet het voorkomen alsof de verdachte maar één kans heeft om zijn verhaal te vertellen. Dat is klinkklare nonsens. Als een verdachte wordt vervolgd en bij de kinderrechter moet komen, kan hij ook daar uitleggen wat er volgens hem is gebeurd. En zo ver hoeft het niet eens te komen als na het politieonderzoek blijkt dat er onvoldoende bewijs is. Dan wordt de zaak geseponeerd (niet verder vervolgd).
Verder suggereert de politie dat het advies om zich op zijn zwijgrecht te beroepen dat e advocaat hem gegeven heeft, geen goed advies is. Alsof de politie het beter met de verdachte voorheeft dan zijn advocaat. De politie weet dondersgoed dat ze alleen maar bezig is bewijs omtrent de verdachte te verzamelen, terwijl de advocaat als enige taak heeft om de belangen van client te behartigen. Toch probeert de politie, door druk uit te oefenen, een minderjarige zover te krijgen dat hij zichzelf gaat belasten door een bekennende verklaring af te leggen.
Zo stond ik onlangs Mimoun bij, een zestienjarige jongen die verdacht werd van poging tot inbraak in een auto. Ik hoorde zijn verhaal aan en kwam tot de conclusie dat de politie mogelijk onvoldoende bewijs tegen hem had. Mimoun was niet aangehouden bij de plaats delict en toen hij de autoruit brak was er niemand die hem gezien kon hebben. In die situatie zou ik een slechte advocaat zijn als ik Mimoun zou adviseren om te bekennen. Daarmee zou hij bewijs tegen zichzelf creëren, terwijl nu de mogelijkheid bestond dat hij werd vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Natuurlijk begrijp ik wel dat het pedagogische effect van de strafvervolging wordt weggenomen als de minderjarige gebruik maakt van zijn zwijgrecht. Maar het is mijn taak om de verdachte te helpen met een zo gunstig mogelijke uitkomst. Daarom heb ik Mimoun geadviseerd om te zwijgen. En hoewel het zijn eerste keer was, deed hij het ontzettend goed en hield hij stug zijn mond.
Bij mijn zwijgadvies speelt een belangrijke rol dat ik als advocaat geen beschikking heb over het strafdossier zolang er nog geen vervolgingsbeslissing is genomen. Die krijg ik pas als Mimoun wel voor de kinderrechter zou moeten komen. Mocht later uit het dossier blijken dat Mimoun wel betrokken is geweest bij de poging tot inbraak, dan heeft het natuurlijk weinig zin om Mimoun bij de kinderrechter opnieuw te laten zwijgen. Dan zal ik Mimoun adviseren eerlijk te vertellen wat er is gebeurd. Zo wordt het pedagogisch effect van het jeugdstrafrecht toch nog gediend. In de tussentijd hoop ik echter dat de zaak niet voorkomt wegens gebrek aan bewijs, zodat Mimoun geen strafblad krijgt.
En Mimoun zelf? Die is zich al rot geschrokken van zijn aanhouding en de nacht die hij in de cel heeft moeten doorbrengen. Ook heeft hij straf van zijn ouders gekregen. Hij zal zich echt wel een tweede keer bedenken voordat hij nog eens zoiets stoms doet.
De naam van Mimoun is gefingeerd.