Tijdens het Wilders-proces was het even een mediahype, maar normaal gesproken is het binnen de strafrechtwereld een taboewoord: wraking, als de advocaat twijfelt aan de onpartijdigheid van een rechter. Rechters vrezen ervoor, maar ook advocaten hebben er moeite mee: je maakt je niet geliefd mee bij de rechter, met wie je daarna weer verder moet.
Toch heb ik als stagiair in de advocatuur eens een rechter gewraakt, in een ongebruikelijke zaak. Ricardo, een jongen van net achttien jaar zonder strafblad, had zichzelf na een avondje stappen op het politiebureau gemeld en gevraagd of ze hem konden arresteren. Hij zou enige tijd geleden twee berovingen hebben gepleegd, al wist hij niet meer precies waar en wanneer. De politie zocht er twee aangiftes bij en de zaak leek rond. Ik had het idee dat dat Ricardo niet de waarheid sprak. Er moest iets zijn gebeurd waardoor hij wilde vastzitten.
Bij ernstige feiten wordt een verdachte na zijn aanhouding vaak binnen drie dagen voor de rechter-commissaris geleid. Die bepaalt of de verdachte langer in voorarrest moet blijven of op vrije voeten kan worden gesteld. Voorafgaand aan de voorgeleiding krijgt de advocaat het dossier in handen en kan hij met zijn cliënt spreken. Ik wist van tevoren dat ik niet op tijd bij de voorgeleiding van Ricardo zou kunnen zijn en had dit met de rechtbank gecommuniceerd. De rechtbank zou daar rekening mee houden. Maar voordat ik met Ricardo in gesprek kon gaan, wilde de rechter-commissaris al met de voorgeleiding beginnen. Ik zou op haar kamer − in het bijzijn van de parketpolitieagenten − nog wel even met cliënt mogen praten. Ik legde uit dat dat niet kon, omdat deze agenten geen geheimhoudingsplicht hebben. Ricardo zou mij dan nooit in vertrouwen nemen. De rechter-commissaris hield voet bij stuk. Toen kon ik niet anders dan haar wraken. Doordat zij Ricardo geen privéspreektijd met zijn advocaat gunde, had ze geen oog voor het verdedigingsbelang. Daarnaast was de termijn van drie dagen nog lang niet om. Ricardo had ook de volgende dag nog kunnen worden voorgeleid.
De rechter-commissaris liep geërgerd de kamer uit en kwam even later terug met de mededeling dat we het toch met haar moesten doen, omdat er geen andere rechters-commissarissen beschikbaar waren. Daartegen verzette ik me, maar ik heb de rechter-commissaris niet opnieuw gewraakt, omdat ik dacht dat ik mijn punt duidelijk genoeg had gemaakt. Dat zij doorging met de voorgeleiding, was voor mij een bevestiging dat ze partijdig was.
Tijdens de wrakingszitting enkele weken later, werd ik op de vingers getikt omdat ik de rechter-commissaris had laten doorgaan met de voorgeleiding. De wrakingsrechters voelden de rechter-commissaris flink aan de tand over waarom ze toch was doorgegaan met de voorgeleiding en of ze wel had onderzocht of deze kon worden uitgesteld. Mijn wrakingsmissie was mislukt, want Ricardo was al voorgeleid en kon dus geen nieuwe rechter meer krijgen. Maar ik had een wijze les geleerd: een advocaat mag een gewraakte rechter nooit laten doorgaan met een zitting, voordat de wrakingskamer een uitspraak heeft gedaan over het wrakingsverzoek, ook als het gaat om een voorgeleiding bij de rechter-commissaris.
En Ricardo? Die moest van de rechter-commissaris langer vast blijven zitten op basis van zijn bekentenissen, terwijl uit mijn latere gesprekken met hem bleek dat hij niet de waarheid had gesproken bij de politie. Hij was bang om naar huis te gaan omdat hij die avond al het geld afkomstig van verpande familiesieraden had vergokt bij Holland Casino. Hij vreesde door zijn broer in elkaar geslagen te worden. Dat heb ik bij een volgende rechtszitting aan de orde gesteld. Al met al duurde het drie maanden voordat Ricardo vrijkwam en de zaak werd geseponeerd. Een geluk bij een ongeluk was dat Ricardo een vergoeding van circa 5000 euro kreeg voor de dagen dat hij had vastgezeten. Hiermee kon hij de sieraden vergoeden.
De naam van Ricardo is gefingeerd.