“Kun je de vader van Randy nu bellen?”, vraagt Randy’s moeder, “want hij is heel erg boos op Randy en hij heeft zelfs de politie gebeld.” Randy is net 18 jaar geworden, maar vanwege zijn lage IQ is het jeugdrecht nog steeds op hem van toepassing. Randy is al langer mijn client en ik ken zijn gebruiksaanwijzing. Hij is een rustige jongen die weinig emoties toont. Een jongen die ik niet te hard moet aanpakken, want zo’n aanpak krijgt hij thuis al. Zijn ouders zijn gescheiden en Randy en zijn broertje wonen voornamelijk bij hun – veel te strenge – vader. Vader, die ook niet bijster intelligent is, is vaak agressief en soms zelfs gewelddadig. Randy, die het minst geliefd is van de twee kinderen, moet het dan vaak ontgelden. Daarnaast zijn vader en moeder in een voortdurende strijd verwikkeld, waardoor het ook om die reden nooit gezellig is thuis. Als het weer eens misgaat, slaapt Randy bij zijn moeder, tante of oma. Hij heeft daardoor op allerlei plekken slaapspullen liggen.
Dit keer is Randy’s vader boos, omdat Randy hem niet op tijd heeft verteld waar hij volgende week naartoe gaat. Uit woede heeft hij Randy geslagen en hem weggestuurd. Maar Randy weigerde te vertrekken. Daarop belde zijn vader de politie.
Ik belde Randy’s vader en probeerde hem tot bedaren te brengen. Al snel hangt hij op. Later belt Randy’s moeder mij weer. Randy is net door de politie aangehouden wegens belediging van twee agenten.
Via Randy hoor ik later wat er is gebeurd. Randy moest van de politie zijn spullen inpakken en het huis verlaten. Omdat hij hiervan baalde, maakte hij geen haast. De agente ergerden zich aan Randy en zetten hem onder druk om direct te vertrekken. Volgens Randy gooiden de agenten zelfs zijn rugtas van de trap af. Toen Randy uiteindelijk met tegenzin vertrok, draaide hij zich om en schold hij zijn vader, die in de deuropening achter de politieagenten stond, uit voor kankerlijer. De agenten dachten dat het voor hen was bedoeld, hielden Randy aan en namen hem mee naar het politiebureau.
Een half jaar later vindt de zitting van deze beledigingszaak plaats. Ik ontvang het dossier en lees de rapportages van de agenten. Volgens hen had Randy kankerlijers gezegd en geen kankerlijer; meervoud dus in plaats van enkelvoud. Daarnaast meldden de agenten dat Randy hen had aangekeken terwijl hij hen beledigde. Hij moest zich daarom wel tot hen hebben gericht.
Tijdens de zitting voerde ik een vrijspraakverweer. Er kan niet worden bewezen dat Randy de agentenopzettelijk heeft beledigd. Het is logischer dat Randy zijn vader heeft beledigd; zijn frustratie was tenslotte op zijn vader gericht. Tevens voer ik aan dat Randy geen straf of maatregel mag worden opgelegd. Gelet op de omstandigheden was Randy’s frustratie begrijpelijk en heeft strafvervolging geen enkele toegevoegde waarde. De rechter is het deels met mijn verdediging eens. Hij begrijpt dat Randy gefrustreerd was en vind dat de politie niet juist heeft gehandeld. De agenten hadden een gesprek met Randy moeten aangaan in plaats van hem direct in de boeien te slaan. Desondanks oordeelt de rechter dat Randy schuldig is aan de belediging, omdat hij had kunnen beseffen dat de agenten zich beledigd konden voelen toen hij kankerlijer(s) in hun richting riep. De rechter legt Randy een voorwaardelijke geldboete op van € 350,-. Dat houdt in dat hij dit bedrag alleen hoeft te betalen als hij in de komende twee jaar nogmaals een strafbaar feit pleegt. Ik baal dat er geen vrijspraak uit is gerold, maar Randy is blij met de uitspraak. Hij hoeft nu nog niet in de buidel te tasten en schelden terwijl een agent in de buurt staat zal hij niet zo snel meer doen. Inmiddels woont Randy weer bij zijn vader, maar hij is naarstig op zoek naar een zelfstandige woning.
Randy is een gefingeerde naam