Halt voor Hugo

Hugo Strauss is een knappe blonde jongen van veertien jaar. Hij spreekt goed Engels, al is te horen dat Duits zijn moedertaal is. Hij was met vrienden voor een week in Amsterdam. Ze kampeerden buiten de stad en op de avond van Hugo’s aanhouding zouden ze weer terugkeren naar hun woonplaats Flensburg. De bus Zijn vrienden hadden niet op hem gewacht en zaten in de bus naar huis, terwijl Hugo een nacht in de politiecel doorbracht.
Ik sprak hem de ochtend na zijn aanhouding. Zijn verhaal was aandoenlijk: hij had een paar souvenirs gestolen in een winkel aan het Rokin. Hij wilde graag wat cadeautjes meenemen naar huis, maar hij vond 5 euro voor een magneetje kennelijk zo duur dat hij het risico nam om ze zonder te betalen mee te nemen. Vervolgens werd hij door de winkeleigenaar aangehouden. Deze man was volgens Hugo nogal hardhandig geweest en zou Hugo een paar keer hebben geduwd.
Ida, de moeder van Hugo, was door de politie in kennis gesteld van Hugo’s aanhouding en was inmiddels vanuit Flensburg onderweg naar het hoofdbureau van de politie. Gezien de reisafstand van zes uur belde ik haar om te vertellen dat ik inmiddels aanwezig was om juridische bijstand te verlenen. Ze hoefde zich dus niet te haasten. In de tussentijd steunde ik Hugo tijdens het politieverhoor. Op mijn advies gaf Hugo eerlijk toe wat hij had gedaan, bood zijn excuses daarvoor aan, maar vertelde ook dat de winkeleigenaar hem een paar keer had geduwd.

Ik vertelde Hugo dat er in Nederland zoiets bestaat als een Halt-straf, een alternatieve straf voor minderjarigen die voor het eerst een (licht) strafbaar feit plegen. Het grote voordeel van Halt is dat je geen strafblad krijgt. Je krijgt de opdracht tot het schrijven van een excuusbrief of je wordt een paar uur aan het werk gezet, bijvoorbeeld op een kinderboerderij, maar daarna is het klaar. Omdat Hugo niet in Nederland woont, vreesde ik dat hij hiervoor niet in aanmerking zou komen. Ik hoopte dan ook dat zijn strafzaak zou worden geseponeerd, vanwege het hardhandige optreden van de winkeleigenaar tijdens de aanhouding.

Na het verhoor maakte ik kennis met Ida. Ze was erg geschrokken van de diefstal. Hugo was vaker in Nederland geweest en dat was goed gegaan. Hugo’s vader was Nederlander; dat verklaarde Hugo’s voorliefde voor Nederland. Ida sloot niet uit dat Hugo in de toekomst in Nederland zou willen wonen en werken. Terwijl ik Ida informeerde over het verdere verloop van de procedure, belde de recherche haar met de mededeling dat Hugo een ‘transactievoorstel’ van 100 euro werd aangeboden. Dat houdt in dat Hugo door deze 100 euro te betalen schuld bekent en niet meer voor de rechter hoeft te komen. Ida drukte de telefoon in mijn handen, want haar Engels is niet zo goed. Ik liet de betrokken agent weten dat ik inmiddels had begrepen dat Hugo zich in de toekomst mogelijk in Nederland zou willen vestigen, en vroeg of het niet mogelijk was dat Hugo toch in aanmerking zou komen voor Halt. Zoals verwacht verwees de agent mij naar de officier van justitie. Ik belde met de officier en legde het verhaal uit. Ze dacht dat het niet mogelijk was, maar zou toch met de Raad voor de Kinderbescherming overleggen. Alleen als de Raad zou instemmen, was het mogelijk, want de Halt-straf wordt door deze instantie uitgevoerd.

Een uur later kreeg ik het verlossende telefoontje. De Raad was akkoord gegaan! Niet alleen kreeg Hugo de kans om een Halt-straf uit te voeren, het werd hem ook nog gemakkelijker gemaakt door dit in de grensstreek met Nederland en Duitsland te doen. Dat scheelt Hugo en zijn moeder maar liefst twee uur reistijd. Moeder en zoon, die beiden ontzettend down waren, konden nu weer glimlachen. En ik ook.

 

De namen van Hugo en Ida zijn gefingeerd.

Lees ook

Dekens & Aytemur Strafrechtadvocaten