De gevaarlijke keuze: wat jonge verdachten riskeren bij zelfgemaakte bommen

De gevaarlijke keuze: wat jonge verdachten riskeren bij zelfgemaakte bommen

Je hoort het steeds vaker in het nieuws: de zelfgemaakte bommen die voor huizen, auto’s, en bedrijfspanden worden geplaatst en een flinke ravage achterlaten. Vroeger waren het de handgranaten en nu zijn het zelfgemaakte explosieven. De brandweer moet er steeds vaker voor uitrukken. In Nederland wordt het maken en tot ontploffing brengen van een zelfgemaakte bom zeer serieus genomen door de wet. Of het nu gaat om een eenvoudige explosieve stof of een complexere bomconstructie, de strafrechtelijke gevolgen voor de daders zijn zwaar. 

Do It Yourself-explosief 

Wat men niet in het nieuws laat zien is dat jonge verdachten zich voor een klein geldbedrag laten verleiden tot het maken en plaatsen van deze explosieven, zonder goed te begrijpen wat de juridische gevolgen van hun acties zijn. Dit kan verwoestende gevolgen voor hun toekomst hebben. Deze jongeren worden door anderen, die zelf buiten beeld blijven, benaderd om explosieve stoffen in elkaar te zetten of om een bom te plaatsen. Voor hen lijkt het in eerste instantie onschuldig, een manier om snel wat extra geld te verdienen. De bom is namelijk heel simpel in elkaar te zetten. Een soort DIY-situatie. Meestal bestaat de bom uit een flesje benzine met daarop een paar cobra’s vast getapet. Deze jongens denken vaak: “Als ik het niet doe, doet een ander het wel”. 

Hoge straffen 

Het maken of in bezit hebben van een bom valt onder de zwaardere misdrijven binnen het Nederlandse strafrecht, met straffen die oplopen tot een flink aantal jaren gevangenisstraf, afhankelijk van de ernst van de daad en de gevolgen die zich voordoen. Dat de straffen zo hoog zijn heeft ermee te maken dat zo’n zelfgemaakte bom niet alleen gevaarlijk is voor de verdachte zelf, maar ook voor omstanders. Het kan leiden tot ernstige verwondingen, doden en enorme materiële schade. Aan de andere kant kunnen de opgelegde lange gevangenisstraffen de toekomst van de verdachte drastisch beïnvloeden. Voor een jonge verdachte kan dit het begin zijn van een lange juridische weg, met alle gevolgen van dien, zoals verlies van vrijheid, werk en een strafblad voor de toekomst. 

Een goede verdediging is mogelijk 

Hoewel de straffen voor het maken en plaatsen van explosieven hoog zijn, betekent dit niet dat er geen ruimte is voor een goede verdediging. Elk geval is uniek en de juiste juridische strategie kan helpen om de negatieve gevolgen van de strafrechtelijke vervolging beperkt te houden. In zo’n geval is het van essentieel belang om snel juridische bijstand in te schakelen. Ook al heb je een ‘gevaarlijke’ keuze gemaakt en is het kwaad al geschied, een goede strafrechtadvocaat is onontbeerlijk om je toekomst zoveel mogelijk te beschermen.

Deze column is geschreven door mr. Semra Aytemur.

Moet u voorkomen?

Neemt u gerust contact op als u een dagvaarding heeft ontvangen en moet voorkomen. Wij staan voor u klaar.

Mr. Semra Aytemur
aytemur@dacrime.nl

Indien u wordt verdacht van een strafbaar feit, aarzel niet en neem contact op met een van onze advocaten.

Dekens Aytemur advocaten

Worden we ingehaald door het Europees Openbaar Ministerie (EOM)?

Worden we ingehaald door het Europees Openbaar Ministerie (EOM)?

Cursus op Curaçao

De eerste week van oktober was ik op Curaçao voor een strafrechtcursus. Een van de sprekers tijdens deze cursus was Miranda de Meijer, European Prosecutor bij het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Europees Openbaar Ministerie hoor ik jullie denken? Dat dachten wij ook. We zaten met ruim 20 strafrechtadvocaten in de zaal en niemand had nog van het Europees Openbaar Ministerie gehoord. De Meijer vertelde ons dat het Europees Openbaar Ministerie relatief nieuw is, maar dat er daarnaast ook weinig over naar buiten is gebracht in Nederland. Oftewel, het was niet gek dat we er nooit over hadden gehoord. Wel moesten we ons in Nederland klaarmaken voor strafzaken die we binnenkort konden gaan verwachten, dat ging niet lang meer duren, volgens De Meijer.

Wat is het Europees Openbaar Ministerie?

Het Europees Openbaar Ministerie is een onafhankelijk EU-orgaan dat zich richt op onderzoek, vervolging en berechting van strafbare feiten die de financiële belangen van de EU schaden. Het gaat dan voornamelijk om fraude met Europese subsidies, grensoverschrijdende btw-fraude en corruptie met betrekking tot EU-middelen. Het EOM is officieel in 2017 opgericht, maar sinds juni 2021 pas operationeel. Inmiddels nemen 22 lidstaten, waaronder Nederland, deel aan het EOM.

Een succes?

Het EOM werkt niet alleen nauw samen met nationale autoriteiten, maar heeft ook een zelfstandige bevoegdheid om onderzoeken te starten en procedures te voeren in de deelnemende lidstaten. Het EOM zou tot nu toe al meer dan 220 strafzaken hebben lopen, waarvan een deel inmiddels al is afgedaan.

Korte lijntjes

Het EOM is opgericht om grensoverschrijdende criminaliteit efficiënter aan te pakken. Het kantoor zit in Luxemburg. De European Prosecutors kunnen bij elkaar naar binnen lopen en vragen stellen met betrekking tot een zaak. De informatielijn is daardoor ontzettend kort. Het idee is dat op deze manier een effectieve samenwerking tot stand komt en in zaken sneller kan worden gehandhaafd.

Zorgen over nationale soevereiniteit

De vraag waarom wij er niks vanaf weten, terwijl men al vanaf 2021 bezig is, vond ik toch interessant. Het blijkt dat Nederland weinig ruchtbaarheid aan het EOM heeft gegeven, omdat Nederland in eerste instantie niet enthousiast was over de oprichting ervan. Dit had te maken met zorgen over de nationale soevereiniteit op het gebied van het strafrecht. Ik kan me dat overigens heel goed voorstellen, want waar ligt de grens? Nu gaat het om financiële belangen van de EU, maar hebben wij de garantie dat het in de toekomst, als het EOM successen blijft behalen, niet ook om andersoortige zaken zal gaan? De ervaring leert dat grenzen relatief zijn. En ik denk dat die garantie er niet is. Naarmate meer landen deelnemen en de samenwerking zich verder ontwikkelt, zou het snel over andere zaken kunnen gaan. Voor we het weten werken we voor de EU, terwijl dat eerder nooit onze bedoeling is geweest. Er zijn nu al suggesties dat het EOM in de toekomst ook andere vormen van grensoverschrijdende criminaliteit zoals mensenhandel of cybercrime zou kunnen aanpakken. We gaan het zien. Maak je borst maar nat.

Deze column is geschreven door mr. Semra Aytemur.

Moet u voorkomen?

Neemt u gerust contact op als u een dagvaarding heeft ontvangen en moet voorkomen. Wij staan voor u klaar.

Mr. Semra Aytemur
aytemur@dacrime.nl

Indien u wordt verdacht van een strafbaar feit, aarzel niet en neem contact op met een van onze advocaten.

Dekens Aytemur advocaten

Van alle markten thuis

Nicky, een meisje van bijna dertien, werd een aantal maanden geleden plotseling uit huis geplaatst. De kinderrechter vond dat haar moeder Sandra niet goed genoeg voor haar zorgde. De buren hadden de Raad voor de Kinderbescherming gebeld, omdat het ze was opgevallen dat Sandra te veel alcohol dronk. Nicky zagen ze vaak alleen bij het café aan de overkant zitten, terwijl haar moeder thuis mannen ontving. Ze vermoedden dat zij zich prostitueerde. Sandra ontkende al deze beschuldigingen. Desondanks was een spoeduithuisplaatsing bij de kinderrechter niet te voorkomen.

Tijdens een nieuwe zitting zou het verzoek van de Raad van de Kinderbescherming worden behandeld om de uithuisplaatsing met een jaar te verlengen. Sandra vroeg mij of ik Nicky kon bijstaan op deze zitting. In een hartverscheurende brief aan de rechter had ze geschreven dat ze haar moeder, haar eigen kamer en haar huisdieren miste.

Ik ontmoette Nicky op de crisislocatie waar ze was geplaatst. Nooit eerder had ik zo’n jonge cliënt gehad. In het echt zag ze er nog jonger uit dan haar bijna dertien jaar; klein en mager en met een vaal gezicht, alsof ze ondervoed was. In ons eerste gesprek probeerde ik vooral Nicky’s vertrouwen te winnen. Ik vertelde dat ik haar advocaat was, en niet die van haar moeder, en dat ik alleen háár belangen zou behartigen. We spraken over koetjes en kalfjes en ik mocht aan het eind van het gesprek haar kamer zien. De locatie baarde mij zorgen. Ze had een kille kamer, de afdeling was alles behalve gezellig en er zaten jongens en meisjes met allerlei problemen en leeftijden. Geen plek waar je langer dan een week zou moeten zitten, en Nicky zat er al drie maanden.

Het klikte tussen ons, en al gauw begon ze mij WhatsAppberichtjes te sturen over hoe het met haar ging. In de tussentijd kreeg ze een nieuwe locatie toegewezen, in een gezinshuis in Almere, een betere plek dan de tijdelijke crisislocatie. Dit betekende wel dat ze van school af moest in Amsterdam, en dat vond ze vreselijk. Ze zat al op haar vierde basisschool en was daar eindelijk op haar plek. Ze had een lieve juf, haalde goede cijfers en had leuke klasgenoten.

Een week voor de zitting belde de griffier mij, om door te geven dat de kinderrechter Nicky graag wilde horen. Of ik voor vervoer kon zorgen? Omdat Nicky niet in een gesloten jeugdinrichting zat, werd het vervoer niet door de rechtbank zelf geregeld. Ook Jeugdzorg wilde het vervoer niet regelen, omdat ze het niet noodzakelijk vonden dat Nicky aanwezig zou zijn. Ze had tenslotte haar kijk op de zaak al in de brief aan de kinderrechter gegeven. Ik was in dubio. Enerzijds vond ik het te ver gaan om zelf twee keer van Amsterdam naar Almere te rijden om haar te halen en terug te brengen. Dat was niet mijn taak en ik wilde niet aansprakelijk zijn als er iets zou misgaan. Anderzijds voelde ik mij verantwoordelijk voor Nicky’s belang. Alleen als Nicky aanwezig zou zijn,  kon de kinderrechter zien en horen wat zij wilde. Hoewel ik ook al geen kilometervergoeding kreeg van de Raad voor Rechtsbijstand, ben ik die dag toch maar twee keer op en neer naar Almere gereden.

Nicky en ik hebben ons best gedaan om de kinderrechter ervan te overtuigen dat ze beter af was bij haar moeder. Niet alleen vanwege de vertrouwde omgeving, maar ook vanwege school. Het mocht helaas niet baten. De kinderrechter vond dat de moeder van Nicky zich onvoldoende had ingespannen om Nicky weer thuis te kunnen opnemen. Ze moest eerst aan haar eigen trauma’s werken.

Nicky woont inmiddels in het gezinshuis in Almere en zit daar nu ook op de basisschool, haar vijfde op rij.

 

De namen van Nicky en Sandra zijn gefingeerd.

Aap uit de mouw

Bilal (16 jaar) was al eerder aangehouden voor heling van een scooter. Hij was bij een vriend achterop een scooter gaan zitten die gestolen bleek te zijn. Vervolgens werden zij aangehouden en werd Bilal naar bureau Halt gestuurd. Ik kon me goed herinneren hoeveel spijt Bilal had. Zijn ouders waren erg boos en Bilal had beloofd dat hij nooit meer zo onvoorzichtig zou zijn met scooters. Daarom was ik erg verrast dat hij zo kort daarna weer in aanraking met de politie kwam, nota bene voor hetzelfde delict: heling van een scooter. Toen ik op het politiebureau aankwam zat Bilal me al glimlachend op te wachten. Totaal niet nerveus of beschaamd, maar heel erg op zijn gemak.

‘Steek maar van wal’, zei ik, ‘wat is er gebeurd?’ Bilal vertelde dat hij reed op de scooter van zijn vriend die met vakantie was. Deze vriend was naar Marokko gegaan en had geen plek kunnen vinden om zijn scooter veilig te stallen. Daarom had hij Bilal gevraagd of de scooter in zijn schuur mocht staan, en dat mocht. ‘Is de scooter echt van deze vriend?’, vroeg ik Bilal. ‘En weet je zeker dat het een eerlijk verkregen scooter is?’ ‘Ja’, zei hij. ‘Dus de scooter is niet gestolen?’ ‘Nee, de scooter is echt van mijn vriend en eerlijk gekocht’, reageerde Bilal. ‘En had je toestemming om op deze scooter te rijden?’ vroeg ik. Dat beaamde hij. ‘Maar waarom heeft de politie je dan aangehouden? Want er lijkt niets verdachts aan de hand, als ik het zo hoor.’

Bij heling gaat het altijd om diefstal, maar als ik het verhaal van Bilal moest geloven, was hier geen sprake van. Ik vond het maar vreemd en liet dit Bilal ook blijken. Hij bleef glimlachen en er kwam weinig uit. Soms heb je van die cliënten die weinig praten waardoor je blijft gissen naar wat er is gebeurd en steeds moet blijven doorvragen. Dan voel je je meer journalist dan advocaat. Bilal gaf mij dat gevoel.

Na wat doorvragen vertelde hij mij eindelijk het hele verhaal. Hij had de kentekenplaten van de scooter verwisseld. De originele kentekenplaten had hij eraf gehaald en de kentekenplaten van zijn eigen kapotte scooter erop geplakt. Met ducktape nota bene. Geen wonder dat de politie hem had staande gehouden op straat. Maar dit verhaal maakte de situatie alleen maar vreemder. Want waarom zou hij de kentekenplaten van een eerlijk verkregen scooter willen verwisselen? Hier was wat aan de hand, maar ik kon er geen vinger op leggen. Had de politie hem soms verkeerd ingeboekt? Hadden ze hem aangehouden voor fraude, maar per ongeluk heling genoteerd? Even schoot het door mijn hoofd om de politie te bellen om te vragen of ze wat meer informatie konden delen, want we waren al twintig minuten verder en ik had nog steeds niet begrepen waarom Bilal was aangehouden. Toch nog even doorvragen dacht ik. 

En ja hoor, daar kwam de aap uit de mouw. Bilal had weliswaar toestemming van zijn vriend om op zijn scooter te rijden, maar hij had er geen kentekenbewijs bij gekregen. Om te voorkomen dat hij zou worden beboet voor het rijden zonder kentekenbewijs, had hij de creatieve oplossing gevonden om zijn eigen kentekens erop te plaatsen. Zo had hij een boete van € 45,- ontlopen, maar zat hij wel uren op het politiebureau wegens verdenking van heling. Wat een gedoe om niks! De politie moest er wel een beetje om lachen tijdens het verhoor; waarschijnlijk hadden ze dit nog niet eerder meegemaakt. Gelukkig werd de zaak direct geseponeerd nadat er met zijn vriend in Marokko was gebeld, die het verhaal van Bilal bevestigde. Na acht lange uren ging Bilal naar huis, nog steeds glimlachend.

 

De naam van Bilal is gefingeerd

Spreken is zilver, zwijgen is goud

‘Waarom zou je je mond houden als je toch niets te verbergen hebt? Dit is je kans om jouw kant van het verhaal te vertellen. De rechter kan later geen rekening houden met jouw kant van het verhaal als je blijft zwijgen. Die zal ook denken: wat vreemd dat hij niets zegt. Is het jouw eigen mening om te zwijgen of heeft je advocaat het geadviseerd? Mij lijkt het niet zo’n handige keus namelijk. Wil je soms even met je advocaat overleggen?’

Dit zijn vragen die de politie zonder schroom aan een minderjarige stelt als hij is aangehouden en weigert te praten. Standaardvragen, durf ik bijna wel te stellen. Mijn minderjarige client moet wel van heel goeden huize komen om na dit spervuur nog steeds zijn mond te blijven houden.

Kwalijker is dat de politie erg suggestieve opmerkingen maakt. Ze doet het voorkomen alsof de verdachte maar één kans heeft om zijn verhaal te vertellen. Dat is klinkklare nonsens. Als een verdachte wordt vervolgd en bij de kinderrechter moet komen, kan hij ook daar uitleggen wat er volgens hem is gebeurd. En zo ver hoeft het niet eens te komen als na het politieonderzoek blijkt dat er onvoldoende bewijs is. Dan wordt de zaak geseponeerd (niet verder vervolgd).

Verder suggereert de politie dat het advies om zich op zijn zwijgrecht te beroepen dat e advocaat hem gegeven heeft, geen goed advies is. Alsof de politie het beter met de verdachte voorheeft dan zijn advocaat. De politie weet dondersgoed dat ze alleen maar bezig is bewijs omtrent de verdachte te verzamelen, terwijl de advocaat als enige taak heeft om de belangen van client te behartigen. Toch probeert de politie, door druk uit te oefenen, een minderjarige zover te krijgen dat hij zichzelf gaat belasten door een bekennende verklaring af te leggen.

Zo stond ik onlangs Mimoun bij, een zestienjarige jongen die verdacht werd van poging tot inbraak in een auto. Ik hoorde zijn verhaal aan en kwam tot de conclusie dat de politie mogelijk onvoldoende bewijs tegen hem had. Mimoun was niet aangehouden bij de plaats delict en toen hij de autoruit brak was er niemand die hem gezien kon hebben. In die situatie zou ik een slechte advocaat zijn als ik Mimoun zou adviseren om te bekennen. Daarmee zou hij bewijs tegen zichzelf creëren, terwijl nu de mogelijkheid bestond dat hij werd vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Natuurlijk begrijp ik wel dat het pedagogische effect van de strafvervolging wordt weggenomen als de minderjarige gebruik maakt van zijn zwijgrecht. Maar het is mijn taak om de verdachte te helpen met een zo gunstig mogelijke uitkomst. Daarom heb ik Mimoun geadviseerd om te zwijgen. En hoewel het zijn eerste keer was, deed hij het ontzettend goed en hield hij stug zijn mond.

Bij mijn zwijgadvies speelt een belangrijke rol dat ik als advocaat geen beschikking heb over het strafdossier zolang er nog geen vervolgingsbeslissing is genomen. Die krijg ik pas als Mimoun wel voor de kinderrechter zou moeten komen. Mocht later uit het dossier blijken dat Mimoun wel betrokken is geweest bij de poging tot inbraak, dan heeft het natuurlijk weinig zin om Mimoun bij de kinderrechter opnieuw te laten zwijgen. Dan zal ik Mimoun adviseren eerlijk te vertellen wat er is gebeurd. Zo wordt het pedagogisch effect van het jeugdstrafrecht toch nog gediend. In de tussentijd hoop ik echter dat de zaak niet voorkomt wegens gebrek aan bewijs, zodat Mimoun geen strafblad krijgt.

En Mimoun zelf? Die is zich al rot geschrokken van zijn aanhouding en de nacht die hij in de cel heeft moeten doorbrengen. Ook heeft hij straf van zijn ouders gekregen. Hij zal zich echt wel een tweede keer bedenken voordat hij nog eens zoiets stoms doet.

 

De naam van Mimoun is gefingeerd.

Dekens & Aytemur Strafrechtadvocaten