Advocaat bedreiging nodig?
Dekens Aytemur Strafrechtadvocaten staan verdachten bij die zijn aangehouden wegens bedreiging. Er is niet één soort bedreiging. Bedreiging bestaat in diverse gradaties, waarbij sommige bedreigingen wél strafbaar zijn en andere niet. Bedreiging kan fysiek, schriftelijk of verbaal hebben plaatsgevonden.
Om van bedreiging te kunnen spreken, moet er sprake zijn van een bedreiging die naar zijn aard en omstandigheden redelijke vrees kon opwekken dat het misdrijf waarmee werd gedreigd daadwerkelijk zou gaan plaatsvinden. Bijvoorbeeld door het zwaaien met een mes en de woorden ‘ik steek je neer’ kan iemand de redelijke vrees hebben gekregen dat het woord bij de daad zou worden gevoegd.
Bedreiging is bewijstechnisch niet altijd gemakkelijk te bewijzen. Vooral wanneer er geen steunbewijs is en u heeft ontkend. Het is dan uw woord tegenover het woord van de aangever. Dat is in ons rechtsstelsel onvoldoende bewijs. Als gevolg hiervan is het goed mogelijk dat u wordt vrijgesproken.
Het is daarom belangrijk dat indien u, of iemand in uw omgeving, verdacht wordt van bedreiging, adequaat wordt gehandeld door een deskundige advocaat te raadplegen. Zeker gezien het feit dat voor bedreiging behoorlijke straffen kunnen worden opgelegd. Ons kantoor beschikt over dergelijke advocaten.
Wat is bedreiging?
Bedreiging is juridisch gezien het dreigen met geweld of met een misdrijf tegen het leven gericht. Dat kan bijvoorbeeld zijn het dreigen met de dood, maar ook met verkrachting. De vorm waarin de bedreiging heeft plaatsgevonden maakt niet uit. “Ik maak je dood” is via een appje, mondeling, een brief, sociale media of een website even strafbaar. Het moet dan wel specifiek aan iemand gericht zijn.
Uit artikel 285 Sr volgt dat onder bedreiging wordt verstaan:
“1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Bedreiging kan niet per ongeluk gebeuren. Indien u wordt verdacht van bedreiging, moet er bij een veroordeling bewezen kunnen worden dat u opzet heeft gehad. Hierbij moet uw opzet tweeledig zijn geweest.
Enerzijds moet u opzet erop zijn gericht dat degene die u bedreigt ook daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging. Wanneer iemand in een dagboek schrijft dat hij zijn vriend helemaal in elkaar gaat slaan, is dat dus geen bedreiging. Zijn vriend is namelijk nooit op de hoogte geraakt van de bedreiging en dat was ook niet de bedoeling.
Anderzijds moet het opzet erop zijn gericht dat de bedreiging onder dusdanige omstandigheden is geschied, dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan voor het misdrijf waarmee werd gedreigd. Nu is dit per persoon verschillend. De één is sneller bang dan een ander. Daarom maakt het niet uit of er daadwerkelijk vrees is opgewekt. Het gaat erom dat dit in het algemeen wel had kunnen gebeuren.
Ten slotte maakt het niet uit of u daadwerkelijk het voornemen heeft gehad om de bedreiging te realiseren. U kunt dus niet achteraf zeggen dat u het eigenlijk nooit van plan was.
Onze advocaten kunnen u informeren over uw rechtspositie. Ook kunnen zij samen met u een strategie bepalen over een af te leggen verklaring. Schroom niet om contact op te nemen met ons kantoor.
Is bedreiging altijd strafbaar?
Indien u wordt verdacht van bedreiging is het goed om in uw achterhoofd te houden dat niet iedere bedreiging ook strafbaar is. Er zijn verschillende variaties van bedreigingen. Zo kunt u bijvoorbeeld verdacht worden van bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen. Ook kan gedacht worden aan bedreiging met een terroristisch misdrijf.
Er kunnen omstandigheden aan de orde zijn die ervoor zorgen dat de bedreiging niet strafbaar is. Om van een bedreiging te kunnen spreken, moet er wel sprake zijn van ‘redelijke vrees’. Of er redelijke vrees is ontstaan, wordt beoordeeld aan de hand van omstandigheden van het geval. Zo hoeft de uitspraak ‘ik heb een bijl in mijn fietstas en daar sla ik hem zijn kop mee in’ niet per se te worden opgevat als een bedreiging. Dat wordt wellicht anders als de verdachte vervolgens daadwerkelijk een bijl uit zijn fietstas haalt en ermee begint te zwaaien.
Zo zijn ook de bewoordingen ‘ik doe je wat aan’ en ‘ik ben in staat iemand te vermoorden vandaag’ op zichzelf genomen onvoldoende om te kunnen spreken van bedreiging (ECLI:NL:GHARL:2018:4038).
Daarom is het in het geval van een verdenking wegens bedreiging noodzaak om u te laten adviseren door een advocaat. Mogelijk heeft u namelijk geen strafbare bedreiging geuit. Onze advocaten beheersen het juridische delict bedreiging in uitstekende mate en kunnen u daarom voorzien van adequate rechtsbijstand.
Straffen voor bedreiging
De maximumstraf voor bedreiging varieert. Over het algemeen geldt een maximum gevangenisstraf van twee jaar voor bedreiging. Wanneer de bedreiging schriftelijk (bijvoorbeeld een dreigbrief of een kogelbrief) is geuit, gelden er hogere straffen. Er kan dan een gevangenisstraf opgelegd worden met een maximum van vier jaar. Ten slotte kan bij bedreiging met een terroristisch misdrijf een maximum gevangenisstraf van zes jaar worden opgelegd.
De richtlijnen van het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak bieden aanknopingspunten voor respectievelijk de straf die het Openbaar Ministerie zal eisen en de straf die de rechter – als tot een bewezenverklaring wordt gekomen – zal opleggen.
Het Openbaar Ministerie zal een strafeis baseren op zijn eigen richtlijn. Die richtlijn treft u via deze link aan.
De rechter zal uiteindelijk kijken naar de zogenoemde LOVS-richtlijn. Op basis van deze richtlijn kunt u een indicatie van de te verwachten straf krijgen. Die richtlijn treft u via deze link aan.
Let op: dit zijn niet voor niets richtlijnen. Hiervan kan worden afgeweken. In een richtlijn wordt immers geen rekening gehouden met uw persoonlijke omstandigheden.
Onze advocaten zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat – bij een eventuele bewezenverklaring – de straf zo laag mogelijk uitvalt. Daarbij kunnen bijvoorbeeld media-aandacht, uw persoonlijke omstandigheden of de omstandigheden waaronder een misdrijf is gepleegd een rol spelen.